Hans’ eerste ervaring met d'Haone is een sociëteitsavond bij Palermo. Boven in de zogenaamde Piet's Stube wordt menig glaasje geheven. Het is bij Palermo de trap op naar rechts. De trap op naar links loopt niet alleen naar de toiletten, maar ook naar de kleedkamers van de stripteasedanseressen. Palermo is immers een van de weinige nachtclubs die Eindhoven kent. De vader van Hans vindt het maar niets: 'Zo'n menneke, en nog zo jong, en dan al naar een nachtclub!'
Hans is aanwezig op de oprichtingsbijeenkomst van d'haonehermenie ‘Ut is maor vur efkes’ bij Alphons Dassen in Nuenen. Die avond krijgt hij van Alphons een heuse ventiel trombone. Spelen op een blaasinstrument is compleet nieuw voor Hans. Met vallen en opstaan, krijgt hij enig geluid uit de trombone. Het ding blijkt trouwens zo lek als een mandje. Afijn, tot ergernis van zijn ouders, en nog meer van de buren, lukt het hem na een tijd om er een acceptabel muziekje uit te krijgen. En van de opbrengst van een krantenwijkje koopt Hans een nieuwe tuba. Hans zal zijn tuba later verruilen voor een trombone, en volgt dan privé̇ muzieklessen. Hij is een van de weinigen in ‘Ut is maor...’ die echt noten kan lezen.
In verband met zijn studie en het vinden van een werkkring in Amsterdam stopt Hans in 1984 met muziek maken. Maar vóór het podium ervaart hij carnaval anders - en minder leuk - dan op het podium. Dat heeft jaren pijn gedaan. Op de reünie van ‘Ut is maor vur efkes’ in 2005, wordt hij gevraagd voor het Lampegats Gemengd MannenKoor, en sindsdien staat hij met carnaval weer op het podium.
Foto galerijen