Nochtans de carnaval is bezig ook Eindhoven ‘plat’ te krijgen, of beter gezegd ‘op de been’, al werkt nog steeds het overgrote deel van de bevolking. De stad kent een groot aantal verenigingen overkoepeld door een federatie, welke via een commissie onder andere verantwoordelijk is voor de keuze van één stadsprins. Men heeft er zich zeer ingespannen om - ik citeer - ‘een viering te ontwikkelen met een Brabants karakter, met de nadruk op gemoedelijkheid en volkse humor, min of meer wars van Rijnlandse pracht en praal en discipline. De boerenkiel moet ook hier de gelijkheid van de mens benadrukken’.
Speciale elementen zijn onder andere het ‘Haoneboereblaosfestijn’, het ‘Strijpse Kreiefist’, het Breugheliaanse kinderfeest en niet te vergeten de Boerenbruiloft. Toch weer een bewijs dat het mogelijk is bekende elementen een lokaal tintje te geven en deze dan voorts zodanig aan elkaar te voegen dat een boeiend eigen mozaïek ontstaat.
In plaats van met Alaaf groet men elkaar met ‘Salaai’.
Uit: Carnaval Ontmaskerd?, Drs. Theo Fransen, 1981, uitgeverij De Lijster