Een kwart millennium de allerbeste,
het bier dat vele grote dorsten leste,
product uit eigen Brouwersgatse veste,
als ‘t ontbreekt dan krijg ik ‘t benauwd.
Refrein
Ik hou er niet zo van om op te snij-e,
maar Dommelsch Bier en ik zijn niet te schei-je.
Ik schuif de rest dus achteloos terzij-je,
en drink alleen wat de Dommelsche brouwt.
Refrein
Ik zie oe schuimend in de glazen stromen,
ge bent ‘t gerstenatje van mijn dromen,
dus Dommelsch pilske, gij zijt wellekome,
zomer of winter, bij mij sta-de koud.
Refrein
Tekst: Lex Janssen
Componist / arrangement: Gerard Gietman