Onderwerpen cloud
Bij allerlei gelegenheden, maar toch wel heel speciaal bij de jaarlijkse traditionele HaoneHap, werden en worden er door de Haone vaak een aantal liederen ten gehore gebracht, waar zij op de ene of andere manier iets mee hebben.
In de eerste plaats nummers die een directe relatie hebben met d’Haone, met name een aantal oudere nummers van vroegere feesten en activiteiten.
En verder natuurlijk de bekende Eindhovense en Brabantse nummers.
Een muts op mijn hoofd, mijn kraag staat omhoog.
Het is hier ijskoud, maar gelukkig wel droog.
De dagen zijn kort hier, de nacht begint vroeg.
De mensen zijn stug, en er is maar een kroeg.
Brandend zand en een verloren land
en een leven vol gevaar
brandend zand berooft je bijna van 't verstand
en dat alles komt door haar
CD 33 jaar Veterhaône
Hieronder vind je een aantal van de door henzelf gemaakte en uitgeschreven teksten van de nummers op de in 2000 uitgebrachte speciale CD ter gelegenheid van het 33 jarig bestaan van de Veterhaône.
In 1990, in het jaar van de herstart onder Cor Sprengers, is het thema ‘Circus d’Haone’. Uit die tijd dateert het navolgende lied:
Circus d'Haone is weer in de stad
Midden in de Vrijstraat staat een tent opgesteld
't Haone circus is weer in ons land
Voor de groten tien gulden, de kleinen half geld
Jongens wat een sensatie is dat
Maar wie staat daar aan de deur
het is Cor onze directeur
En als het Zondagmorgen is
De lucht helder en fris
dan is het leven mooi
Staot de melker bij z'n kooi
Hij tuurt dan naor de lucht
Want z'n duif zit op de vlucht
En dan roept heel spontaon
Kèk kèk daor komt-tie aon
Vers:
We zijn geboren tussen lampen en sigaren,
We wonen in de stad, die bruist van dynamiek,
Maar wat we altijd hebben trachten te bewaren,
Dat is 't Brabants hart en onze feestmuziek.
Refrein
Want hier wonen de Eindhovenaren,
Eindhovenaren!
Geen stad kan de warmte van ons evenaren
Want ze hebben geen Eindhovenaren,
Eindhovenaren!
De stuwende kracht. het bepalend gezicht.
Wij, Eindhovenaren, allicht!!
Wie het ut fur den grap gedaon
Een echte Haon een echte Haon
Wie wordt wel ouw mer blijft recht staon
Een echte Haon een echte Haon
Mee Carnaval steeds weer paraat
Zuukt kansen des nie mis
Um det ie in het Lampegat
Toch echt bijzonder is
1
Toen den hertog Jan kwam varen,
te peerd parmant, al triomfant,
Na zeven honderd jaren,
hoe zong men t'allenkant;
Harba lorifa, zong den Hertog,
harba lorifa.
na zeven honderd jaren
in dit edel Brabants land.
Het enige wat nodig is bij de uitvoering van dit lied, is een aantal zanglustigen en een fiets. Wat is er eenvoudiger dan op een feest met een fiets op te komen en hierover te gaan zingen. Je roept maar een onderdeel van dit rijwiel en er ontstaat spontaan een couplet. Wanneer het refrein ook nog eens ‘lekker’ zingt is het feestlied al gauw een succes. Het is duidelijk dat je de tekst naar eigen believen kunt inkorten of uitbreiden.
Refrein:
Zit er nog bier in de kraone,
want vanavond komme d'Haone.
Zit d'r nog bier in 't vat,
want vanavond komme d'Haone en verboemele heul de stad.
heul de stad!
Zit d'r nog bier in de kraone,
want vanavond komme d'Haone.
En zit er geen bier in 't vat,
dan komme der traone,
dan komme der traone,
dan komme der traone en wordt alles nat...
Refrein:
Het leven is goed in m’n Brabantse land
Het land waar m'n wieg heeft gestaan
Daar heb ik voor altijd m'n hart aan verpand
Dat land doet m'n hart sneller slaan
Refrein:
In de Dommelsche brouwerij,
wordt elke dag een zondagskind geboren,
na een vrolijke vrijerij,
‘t concubinaat van hop en mout.
Lampegat zingt, Lampegat zingt
In de kerk op het Plein en in ’t café
Lampegat zingt, zing met ons mee
Voel oe thuis, da’s toch ’t heel idee
Refrein:
Nie knieze, nie zeure,
da’s hartstikke fout.
Vergèt niet te lève,
want straks bende oud (2x)
refr.:
Oh heideroosje, wat ben je mooi
Oh heideroosje, in je lentetooi
Ik pluk dit roosje en geef het jou
M'n heideroosje, schenk jij je hartje gauw
Op kant 1 van de single uit 1986 waarop ’t Haonelied staat (op kant 2), staat een wat minder bekend nummer, maar wel met een bekende naam, namelijk Paljan.
Dit nummer is geschreven door Jules de Corte en gearrangeerd door Harry van Hoof voor stadsprins Paljan (Jan Swinkels) van Lampegat in het carnavalsseizoen 1986 -1987.
Ut fist ga wir beginne
Dir is geen houwe an
Ge kunt er nie um hinne
5 dagen uit oew pan
En al kumde nie van hierre
Ge magt wel bij ons zijn
Alleen is geen Alaaf hier
Want Salaai da moet het zijn
Salaai da is de leus hier
Salaai da zeggen wij
Geertje Gasser en de Valse Kraaien zijn der bij
't is gedaan, 't is gedaan
we motten nou naar huis toe gaan
ach wat 'n leed, ach wat 'n leed
't is weer gedaan
Refr.: We willen ze houwen, d’r is al zoveel naar de maan,
we willen ze houwen, de Aalsterweg, die blijft bestaan,
want wij zijn stapel op die club,
geef ons de tijd, dan pakken we de wereldcup,
we willen ze houwen, d’r is al zoveel naar de maan,
we willen ze houwen, de Aalsterweg, die blijft bestaan,
natuurlijk P.S.V. is kolossaal,
maar ons Eindhoven, ja ons Eindhoven,
dat is voor ons het grote ideaal,
maar ons Eindhoven, dat is ‘t helemaal,