Het bestuur steekt veel tijd in het overtuigen van de Volders. Dat gaat niet gemakkelijk. Tradities, protocollair denken, de entourage, en de vermeende bezwaren van oudere leden, maken het bepaald niet gemakkelijk. Toch weten d’Haone tot een samenwerking te komen. De leden van d’Haone krijgen zelfs een speciaal lidmaatschap bij de Volders. Daarnaast wordt Alphons Dassen lid van de Raad van Elf van de Volders als vertegenwoordiger van d’Haone. Afgesproken wordt dat leden van d’Haone twee carnavalsbals van de Volders kunnen bezoeken. De andere avonden zullen d’Haone elders doorbrengen.
Het tweede jaar bij De Volders loopt het echter fout. De Volders vinden dat d’Haone te groot worden; dat ze te dominant aanwezig zijn; dat ze te veel ageren tegen het protocol, en dat ze zich te veel manifesteren. Wanneer vlak voor carnaval van 1967 blijkt dat d’Haone maar liefst 150 leden kaarten nodig heeft, zetten de Volders de rem erop. Er zullen maar 80 kaarten beschikbaar zijn. d’Haone lossen dat ‘creatief’ op door een van de WC-raampjes van ’t Silveren Seepaerd open te zetten, zodat heel wat ‘extra’ haone-bezoekers – zij het illegaal – naar binnen kunnen.
Zowel de boerenkapel de ‘Leutgadommers’ als de ‘Bokken’ uit Breda worden als ‘gastkapellen’ van d’Haone uitgenodigd om de feesten bij de Volders op te luisteren. De heren muzikanten mogen zelfs op kosten van de Volders overnachten in het wat chique Silveren Seepaerd. Maar als de muzikanten uit balorigheid de in het hotel-restaurant aanwezige visvijver als podium gebruiken, door in het water te gaan staan, zijn de rapen gaar. Het hotel en de Volders zijn zeer ontstemd. Het gratis slapen gaat niet meer door. Als alternatief wordt de nacht noodgedwongen doorgebracht in het Eindhovense politiebureau. Ferry Snepvangers en Alphons Dassen zien zich genoodzaakt, de volgende dag de excuses aan te bieden namens d’Haone.
Eerder dan ze ooit gedacht hebben, zullen d'Haone zelf hun carnavalsfeesten moeten gaan organiseren. Maar binnen de Volders dient zich een nieuwe generatie aan, die duidelijk wat ouder is dan de meeste leden van d’Haone, maar jonger dan de generatie van Bèr Meijs c.s. Rondom Jacq Sol ontstaat een groep met o.a. Piet Goevaers, Jos de Haan, Ad van Brackel, Jos Borggreven, en Theo de Vries.
Om elkaar het hele jaar door te kunnen zien, wordt onder het mom van een kegelclub, de Sociëteit ‘Netam' opgericht. Hoewel 25 leden sterk, wordt er weinig gekegeld. Deze jonge Volders dromen over een andere richting binnen hun vereniging. Kiest de oudere generatie voor een Rijnlandse carnavalstraditie, de Netam-groep voelt zich veel meer thuis bij een Bourgondische variant, met het Bossche carnaval als inspirerend voorbeeld. Het blijkt evenwel verre van eenvoudig om binnen de Volders zaken te veranderen. De weerstand is groot, evenals de ego’s van sommige bestuursleden. Achteraf is dat jammer voor d’Haone, want de aanstormende generatie binnen de Volders staat heel wat positiever tegenover de wijze waarop d’Haone zich met carnaval willen manifesteren, ludiek en een beetje provocerend.
<< eerste artikel | < vorige artikel | volgende artikel > | laatste artikel >> |