2000-11-11 Fransje van Kollenburg

Het H.B.B.F. – Fransje’s paradepaardje

Het Haone Boere Blaos Festijn (H.B.B.F.) is al 38 jaar een begrip en geniet bekendheid tot ver buiten de Lampegatse ’gemeentegrenzen’. Zonder iemand te kort te willen doen kan worden gesteld dat juist dat feit op het conto kan en mag worden geschreven van kartrekker Fransje van Kollenburg - van Hoof. Samen met hartsvriendin Ted Dekker - Tielemans zette Fransje dit niet meer weg te denken evenement op de kaart, maar ook op andere ‘Haone-terreinen’ heeft ze talloze verdiensten gehad. Helaas hebben we op 28 september 2009, veel te vroeg, afscheid van haar moeten nemen.

In mijn tweede jaar als voorzitter werd eerst Hans van Kollenburg lid en meldde even later Fransje van Hoof, ondanks dat ze 17 jaar was, zich eveneens als zodanig aan. Redelijk streng hanteerde we de leeftijdregels, maar wel knepen we een oogje dicht omdat ze net verkering hadden, maar we het bovenal een leuk enthousiast stel vonden,” vertelt Alphons DassenNadat ze enkele maanden later 18 werd, was ze volwaardig lid.

Fransje ontplooide zich met haar organisatie talenten zodanig dat ze in 1972 bestuurslid werd. ”Als grote trom bespeler van de fuut had ik Fransje, die huppeldepupke bij De Volders was, tijdens een feest in het POC leren kennen. Zo ontstond onze relatie,” neemt Hans van Kollenburg het gesprek over.

Fransje werd gevraagd een blaaskapellenconcours op te zetten en te organiseren. Later sprak zij de legendarische woorden: ”Voorzitter Alphons Dassen gaf ons zoveel vertrouwen en straalde dat ook uit zodat ik er mijn schouders onder zette ondanks het feit dat ik nog nooit een dergelijk evenement had georganiseerd”.

Ted en FransjeNa een van de bezoeken aan het ’Oele-concours’ in Breda, wist Fransje hoe ze het aan moest pakken, mede omdat de winnaar van het festival als prijs aan het H.B.B.F. mocht deelnemen. Aldus geschiedde en kwam er in 1973 het eerste H.B.B.F. in Palermo. De organisatie was in handen van onder meer Fransje van Hoof, Cocky Itterson en Lucien van der Harten. Enige tijd daarna maakte Ted Tielemans eveneens deel uit van de commissie H.B.B.F..

De inschrijving voor het eerste H.B.B.F. telde slechts drie deelnemers. Voorzitter Alphons Dassen stelde dat het niets uitmaakte. Desnoods moesten naar zijn mening de deelnemende kapellen vijfmaal optreden. Uiteindelijk werden het zes kapellen, maar op de dag zelf kwamen er uit Bergen op Zoom een veertigtal muzikanten spelend door de Vrijstraat aan. Eerst was het buiten feest, maar daarna werd het eerste H.B.B.F. al direct en succes. ”Het kon die dag niet meer kapot. Het was zo’n geweldig feest, dat de trend was gezet,” vertelt Ted Dekker - Tielemans.

Niet enkel het festival groeide, maar ook de activiteiten van d’Haone, die naar de Agora, onder de Stadschouwburg, verhuisden. Reden waarom in 1975 het derde H.B.B.F. voor het eerst in het Stadspaviljoen werd gehouden. Het is tientallen jaren de locatie geweest waar het H.B.B.F. werd gehouden.

In de loop der jaren groeide het aantal deelnemende kapellen. Het is voorgekomen dat er 24 kapellen waren. Er werd dan om 13.00 uur in de middag gestart, terwijl rond het middennachtelijk uur het H.B.B.F. werd afgesloten.

Met de komst van de ’Strijpse Kraaiers’, een van de verdiensten van Fransje, groeide ook het aantal bezoekers,” vervolgt Ted. ”Het was niet enkel een grote kapel, maar ze brachten evenzoveel familieleden en een grote schare fans mee. Toen kwamen er nog niet veel Eindhovense kapellen, ofschoon wij net deden dat het een enorm druk bezocht festival was. Daar waren d’Haone goed in, om iets op te blazen. ’De Strijpse Kraaiers’ lieten Fransje en ik altijd als eerste spelen. Dan waren er  tenminste vanaf het begin veel bezoekers. Natuurlijk werd het aantal bezoekers steeds groter en moesten we soms mensen teleur stellen.

Muzikaal steeg het niveau. Dat kwam onder meer door bekende deelnemers als Dsjokkies, de Orde der Besope Monniken en Kliemaks, allen uit Breda of de directe omgeving. Later kwamen er ook ’muziekskes’ uit Gouda, Dordrecht, Oldenzaal en zelfs uit België.

Ons streven was gericht op continuïteit en dat het een leuk en carnavalesk feest moest zijn. We zochten de meeste vreemde, waanzinnige thema’s uit, een muzikaal- en een carnavalesk optreden, bijzondere ludieke prijzen en aandenkens. In feite ging het nergens om, alleen maar gezelligheid voor de deelnemers, het publiek, maar ook voor onszelf.

Fransje heeft ook een poging ondernomen om op zaterdag een jeugdkapellen festijn te organiseren. Dat is helaas niet echt van de grond gekomen. Het heeft ermee te maken dat er in Eindhoven geen jeugdkapellen zijn en waren,” interrumpeert Hans van Kollenburg.

Op een gegeven moment trokken Fransje en Ted zich terug uit de organisatie en werd de organisatie door anderen overgenomen. Wel bleven ze op de achtergrond meewerken. Ze waren niet enkel gastvrouwen, maar vulden alle hiaten ter plekke in.

Fransje was een kei in het ter plekke oplossen van allerlei zaken. Zelfs toen het feest even dreigde te verzanden, activeerde ze mij en sprongen we erop nieuw in. Zij verdient alle eer van het H.B.B.F.. Het is zonder meer voor 99 procent haar verdienste. In feite is het H.B.B.F. de jus van het muzikale Lampegatse carnaval, Ik kan nog over talloze gebeurtenissen rondom het H.B.B.F. vertellen zoals het contact met de jury of het uit gaan eten in de ’Agora’ of bij ’De Ketel’ op de Aalsterweg met de jury tijdens de pauzes. Ook het juryberaad in de ’opkamer’ van het Stadspaviljoen mag niet onvermeld blijven. Het waren allen hoogtepunten. Ik zou urenlang kunnen vertellen,” besluit Ted.

Het H.B.B.F. heeft natuurlijk in de loop der jaren diverse wijzigingen ondergaan en heeft een eigen cultuur, maar het is nog steeds een niet weg te denken bijzonder topevenement in de Lampegatse carnavalsviering.

2010 Interview met Hans van Kollenburg, Ted Dekker en Alphons Dassen

Lees 85207 keer Laatst aangepast op maandag, 20 december 2021 10:38