De carnavalsbeleving is één grote aanwijzing voor het ontdekken van datgene waarin de mens zich bewust of onbewust tekort gedaan voelt. De carnaval is de verklikker van het menselijk tekort, de onbewuste getuige van het menselijk streven, dat – zoals een Duits carnavalspamflet het uitdrukt – ‘mal nur Mensch sein’ is. Men zou zeggen: een bescheiden verlangen.
In de optocht:
Daar waar overmatig toerisme en reclame het volksvermaak naar de achtergrond drukken en passiviteit in de hand werken, is men een stap te ver gegaan. Kort gezegd: het is de moeite waard dit feest voor de samenleving zelf te vieren of het is niet de moeite waard het te vieren. Dit is voor stad of dorp gelijk.