Grand Hotel Restaurant 't Silveren Seepaerd

Het als Hotel du Commerce begonnen hotel-restaurant 't Silveren Seepaerd was een alom geliefde horecagelegenheid aan het Stationsplein in Eindhoven. De gevel was getooid met een prachtig ornament van een zich steeds vullend bierglas gemaakt van gloeilampen. Hiermee maakte de Heineken Bierbrouwerij reclame voor haar producten.

In het in 1967 nog zelfstandige kerkdorp Aalst, bij Jan Alons thuis, wordt door de leden van een nieuwe kapel flink geoefend op de zolderkamer. De jongens voelen zich erg welkom, maar na vele kopjes koffie met koek zal Tim Kuijpers op een dag verzuchten, ‘Hoeveel kopjes koffie moeten we hier nog drinken, vooral eer we aan het bier geraken?’.

De nog jonge kapel zal onder de naam d’Haone Fuut furore maken in Eindhoven en ver daarbuiten.

In 1980 wordt door een aantal zeer jonge Haoneleden een nieuwe boerenkapel opgericht. Uit de naam die men kiest, ‘We doen wa we kenne’, klinkt meer de sociale cohesie door die men nastreeft, dan het willen verwerven van een hoog muzikaal gehalte. Men wil gewoon bij dit clubje horen, en door de naam onderscheidt men zich van al die andere clubjes die zich binnen d’Haone formeren. Men kan het vergelijken met de wijze waarop corporale studentenverenigingen doorgaans zijn ingericht.

De Veterhaône zijn voortgekomen uit de oorspronkelijke d’Haone Fuut en zijn gestart in carnavalsseizoen 1967-1968. Na herhaalde aanvaringen met het bestuur van d’Haone, besluit d’Haone Fuut in 1980 een eigen weg in te slaan als onafhankelijke kapel onder de naam ‘De Veterhaône’.

Is de Fuut al een sensatie als gangmaker van het straatcarnaval, in 1971 komt er versterking met een tweede Haonekapel. Leopold van Stokkum, tot dan toe bestuurslid bij d’Haone, geeft te kennen dat hij het besturen eigenlijk niet zo leuk vindt.

Alphons Dassen stelt hem voor een ‘bandje’ op te richten. Een tweede kapel zou immers de Fuut ontlasten en kunnen zorgen voor wat afwisseling. Leopold laat er geen gras over groeien. In de deuropening van diverse kroegen slaat hij ijverig aan het ronselen. Zo weet hij wildvreemde jonge mensen van een jaar of achttien te interesseren voor d’Haone en voor het nieuwe muziekske.

Berry Geerts woont in het centrum van Eindhoven. Hij voelt zich een echt ‘binnenstadskind’. Carnaval vieren zit hem in het bloed. Het is 1955 als Berry als jong kind van 5 jaar op het Stationsplein, een gezelschap van volwassen mannen ziet met een steek op het hoofd en tussen de benen een stokpaardje. Het zijn de Volders die hiermee inhoud geven aan hun ambitie om in het Eindhovense, van toen, het carnaval te lanceren.

Voor Berry begint het carnaval op vrijdagsmiddag met het doen van boodschappen met zijn moeder. Eerst naar de buren ‘Werkkledingmagazijn Wielinga’ om er een passend boerenkieletje te kopen, dan naar zaadhandel ‘Rebel’ op de hoek van de Jan van Lieshoutstraat – Ten Hagestraat voor de aanschaf van klompjes. Het petje en een boerendas, een diffuus stukje textiel samengehouden met een kartonnetje wordt ten slotte bij Vroom & Dreesman gekocht.

Over Jan Swinkels is in deze Haonepedia al heel wat geschreven. Als oprichter van d’Haone, weet Jan als geen ander een heel persoonlijke carnavals-entourage te creëren. Dat uit zich in de deelname aan de ‘Verrekes’ en de daarbij behorende uitbundige verkleedpartijen. Doorgaans viert Jan gemaskerd – en daardoor totaal onherkenbaar – carnaval met zijn vrienden. Om vervolgens op de laatste avond, tegen 24.00 uur zijn masker te laten vallen.

In 1984 wordt Jan benaderd door de Prinsenkeuzecommissie van de Federatie van Eindhovense Carnavalsverenigingen met de vraag of hij ‘Prins van het Lampegat’ wil worden. Jan laat de commissie weten geen belangstelling te hebben. Jammer voor het Eindhovens Dagblad dat later met stelligheid zal beweren dat Jan de nieuwe stadsprins zal zijn.

Van 1979 tot 1980 is Ed Creemers prins van het Lampegat. Ed is op dat moment zowel lid van d’Haone als lid van de Volders. Om vriend en vijand te sparen, wordt de rugzijde van zijn prinselijke cape een gecombineerd logo aangebracht. Half Haon, half Volder, kortom redelijk schizofreen met een glimlach!

Nic Ypenburg - geboren in 1943 te Amsterdam - groeit op in Vught. Via zijn ouders maakt hij kennis met het carnavalsfeest. Nic herinnert zich het ‘Bossche carnaval met zijn Bourgondische inslag.’ Met blauwe kiel en obligate witte wanten aan een touwtje, loopt hij twee jaar met carnaval achter een van de vele ‘Hoempapa-kapellen’.

Nic studeert in die jaren diergeneeskunde aan de Universiteit van Utrecht. In 1969 viert hij met zijn ouders vakantie in Rosas in Spanje, en daar op het strand ontmoet hij Anky Swinkels uit Best – de zus van Jan Swinkels. Anky is daar met een vriendin. De vonk slaat meteen over en van vakantieliefde, verkering, hun huwelijk in 1970, tot op de dag van vandaag, zijn Nic en Anky onafscheidelijk. Altijd samen te vinden op menig carnavalsfeest.

Geen Prins(es) (of toch?)

d’Haone hebben officieel nooit een eigen prins(es) carnaval gehad. Dat was eigenlijk al bij de oprichting in 1966 bepaald. Een prins(es) voor de gehele stad Eindhoven was immers al meer dan genoeg. En als lid van de Federatie van Eindhovense Carnavalsverenigingen (F.E.C.) heeft d’Haone die ene stadsprins(es) van het Lampegat altijd een buitengewoon warm hart toe gedragen. En mede daarom heeft d’Haone in de afgelopen decennia een groot aantal stadsprinsen (nog geen prinses!) voortgebracht.

Pagina 21 van 28