De Eindhovense Carnavalsvereniging D’Haone is 21 april 1966 opgericht.
Inmiddels is D’Haone anno 2021 (55-jaar!) met ongeveer 240 leden een van de grootste carnavalsverenigingen van het Lampegat.
De vereniging formuleerde destijds bij de oprichting drie zeer specifieke doelstellingen:
- het straatcarnaval in Eindhoven bevorderen;
- in Eindhoven muziekskes van de grond tillen;
- komen tot één prins(es) in Eindhoven: de Stadsprins(es).
Toen zaterdagmiddag 8 februari 2020 de 3-koppige Raad van Toezicht, de voorzitter en secretaris van C.V. d’Haone, een tiental oud-voorzitters (helaas twee afzeggingen wegens ziekte) en de twee genodigden plaatsnamen aan de lange tafel bij de Hanos voor de jaarlijkse lunch met de (oud)-voorzitters, kon men niet bevroeden dat een van hen het weekend daarop ‘de Neie’ zou zijn. Alleen de persoon in kwestie natuurlijk wel. Maar die hield wijselijk zijn mond daarover, gedurende de gehele middag. Niets hebben we opgemerkt dat ook maar in hint zou kunnen zijn om het geheim te onthullen. Hulde Lowie Teller, want dat is de oud-voorzitter die dit jaar uitverkoren is om als Stadsprins Ludovieckus een jaar lang de scepter te zwaaien over Lampegat.
De lunch verliep overigens zoals gebruikelijk zeer gemoedelijk, gezellig, met als onderbreking een kort praatje door Herman Lut over het waarom van de genodigden. Onder het eten van een kop soep en diverse smakelijke broodjes, het nuttigen van enkele drankjes, werden een aantal meegebrachte oude krantenartikelen, over D’Haone uiteraard, doorgenomen en besproken.
Uit de reacties bij het afsluiten van de bijeenkomst bleek dat iedereen zich weer uitstekend had vermaakt. Dus we gaan er voorlopig gewoon mee door.
Van 2020 tot 2022 is Lowie Teller prins van het Lampegat.
Vanwege de coronacrisis kregen we in 2021 ginne Neie Stadsprins, maar bleef Ludovieckus gewoon nog een extra jaartje in functie. Daarmee is hij tot op heden de 2e Lampegatse Stadsprins die 2 jaar in functie is geweest. De vorige was Prins Bromoliejanus (Bèr Meijs), die zowel in carnavalsseisoen 1956/1957 als in 1964/1965 Stadsprins was.
Lowie zat totaal 6 jaar, van 2013 tot en met 2019, in het Haonebestuur, waarvan de laatste 3 jaren als enthousiaste en uitbundige voorzitter.
Door middel van het verse e-mail communicatiemiddel, de d’Haone Nieuwsflits (de latere Haonegraaf), werd op 18 mei 2012 een nieuw initiatief van het pas aangetreden bestuur bekend gemaakt:
Uitnodiging d’Haone maandborrel
Anderen over d’Haone
Hoe kun je een goed beeld krijgen van iemand, een persoon, een groep of een organisatie?
Door te luisteren of te lezen hoe iemand anders over hem, haar of hen denkt, hoe men ze ervaart of wat voor een mening men over hen heeft.
Mathieu Weggeman (Prof. dr. ir. M.C.D.P.)
Hoogleraar Organisatiekunde / Innovatiemanagement Technische Universiteit Eindhoven
Begin jaren negentig leverde ik als columnist regelmatig bijdragen aan de Q-kulle-Q. Dat deed ik onder de naam ‘Kuuk Kullerman’ en veel van die stukjes gingen over de onstuitbare opmars van de farao-pop. Daarbij moet u denken aan nummers als ‘Egyptian Raggae’ van Jonathan Richman en ‘Walk Like An Egyptian’ van The Bangles.
Leo van de Voort
17e Bock Leo, zeventiende Prins Bock d’n Urste, Konincklijke Carnavalsvereniging Café Wilhelmina (vh) in oprichting / Lid bestuur F.E.C. Evenementen
Met heel veel plezier, denk ik terug aan 44 jaar Haone.
Ik werd in 1976 lid van de Raad van Elf van de Blauwbuiken en dan kom je in aanraking met alle federatieve verenigingen.
Daar hoorde ik dus ook de eerste verhalen over de Haone, variërend van spaghetti gevechten tot aan slagroomtaarten in het gezicht van de stadsprins.
Lampegat zingt, Lampegat zingt
In de kerk op het Plein en in ’t café
Lampegat zingt, zing met ons mee
Voel oe thuis, da’s toch ’t heel idee
Een stad met een jonge carnavalstraditie; de oudste vereniging, de Volders (=0000) dateert van 1953. De poreuze structuur van de stad - gevolg van de snelle groei enerzijds en de inlijving van een aantal dorpen anderzijds - de geringe historische ‘lading’ van de binnenstad en het hoge aantal mensen van niet-Brabantse (en Limburgse) komaf, maakten de startcondities er niet gemakkelijker op.