Drie leden van carnavalsvereniging d’Haone (Fransje v. Kollenburg, Ted Dekker en Lucienne v.d. Harten) namen in 1973, in navolging van het Oele-muziekconcours in Breda, het initiatief om in Eindhoven een kapellen festival te gaan organiseren. Eerst heel klein, met slechts enkele kapellen, later veel grootser met gemiddeld een 16-tal kapellen uit Eindhoven en verre omstreken.

De Haone hebben in hun inmiddels langdurige geschiedenis zelf altijd maar één echte onderscheiding gehad, de Zilveren Haon. Want eigenlijk vinden ze het allemaal maar flauwekul, die officiële huldigingen, het strakke protocol, de uitgebreide toespraken, enz. Alleen voor de echte carnavalisten, die daadwerkelijk wat hebben betekend voor het Lampegats carnaval, maken ze een uitzondering door ze Ere-Haon te maken met de daarbij behorende decoratie in de vorm van een Zilveren Haon.

Een concert carnavalesk was een nieuw fenomeen. Dit evenement deed in 1982 haar intrede en werd geboren uit de behoefte het carnaval op niveau te brengen. Mede in het kader van Eindhoven 750 jaar Stad werd het een prettig en nieuwe element.

Vers:

We zijn geboren tussen lampen en sigaren,
We wonen in de stad, die bruist van dynamiek,
Maar wat we altijd hebben trachten te bewaren,
Dat is 't Brabants hart en onze feestmuziek.

In de toekomst kijken is en blijft altijd een moeilijke zaak.

Maar gezien de status van de vereniging, een ruime en zelfs nog steeds groeiende ledenomvang, en de recente ontwikkelingen binnen de vereniging, veel nieuwe ‘jongere’ leden en niet te vergeten een inmiddels behoorlijk verjongd bestuur, kunnen we daar zeker positief over zijn.

We zijn het verhaal over d’Haone begonnen in de binnenstad van het nog ‘dorpse’ Oud Eindhoven, kort na de tweede wereldoorlog. In een tijd die open stond voor vernieuwing.

In de 70-tiger jaren is Bert Gielissen directeur van Gielissen Stand- en interieurbouw. Aanvankelijk was Bert lid van de Volders - hoewel hij ook vaak rondliep in een kiel van ‘de Meierijse’.

Als vaste bezoeker van de Agora komt hij regelmatig – ook buiten het carnaval om – in contact met (bestuurs-)leden van d’Haone. Fons Roels merkt in dit verband op: ‘Als Bert en Lies in de Agora kwamen, moest je Lies goed bezighouden en regelmatig voorzien van een drankje. Als Lies jou mocht, dan kon je met Bert alles regelen’. Een duidelijke illustratie hoe de combinatie ‘club en werk’ functioneert.

In de loop der jaren hebben D’Haone diverse vaandels, vlaggen en spandoeken gehad en een aantal daarvan is zelfs nog steeds in gebruik.

Sommige ter gelegenheid van een bepaald thema of met een bepaald doel, anderen waren/zijn meer algemeen. 

De Zilveren Haon

Jaarlijks zet de vereniging een of meerdere personen in het zonnetje, voor bijzondere verdiensten, voor markante bijdragen aan het carnavalsgebeuren, enzovoort. Men wordt in dat geval tot Ere-Haon benoemd. De versierselen die daarbij horen zijn een grote ‘Zilveren Haon’. In de beginjaren waren dat 2 tot maximaal 3 Ere-Haone per jaar. Later is dat teruggebracht tot één Ere-Haon, die een persoon dan wel een groep kan zijn. Een groep krijgt ook één grote ‘Zilveren Haon’, die moet rouleren onder de leden, en voor elk lid van de groep een klein ‘Zilveren Haontje’.

De Haonekiel

De Haonekiel is om diverse redenen een heel speciaal kledingstuk.

Bij het ontstaan van D’Haone was er behoefte om je als Haon te onderscheiden van de overige carnavalsvierders binnen Eindhoven. Naast het onderscheidende moest er ook eenheid zijn binnen de geledingen van D’Haone. Jan Swinkels heeft toen de Haonekiel ontworpen.

Pagina 16 van 28