Is de Fuut al een sensatie als gangmaker van het straatcarnaval, in 1971 komt er versterking met een tweede Haonekapel. Leopold van Stokkum, tot dan toe bestuurslid bij d’Haone, geeft te kennen dat hij het besturen eigenlijk niet zo leuk vindt.

Alphons Dassen stelt hem voor een ‘bandje’ op te richten. Een tweede kapel zou immers de Fuut ontlasten en kunnen zorgen voor wat afwisseling. Leopold laat er geen gras over groeien. In de deuropening van diverse kroegen slaat hij ijverig aan het ronselen. Zo weet hij wildvreemde jonge mensen van een jaar of achttien te interesseren voor d’Haone en voor het nieuwe muziekske.

Berry Geerts woont in het centrum van Eindhoven. Hij voelt zich een echt ‘binnenstadskind’. Carnaval vieren zit hem in het bloed. Het is 1955 als Berry als jong kind van 5 jaar op het Stationsplein, een gezelschap van volwassen mannen ziet met een steek op het hoofd en tussen de benen een stokpaardje. Het zijn de Volders die hiermee inhoud geven aan hun ambitie om in het Eindhovense, van toen, het carnaval te lanceren.

Voor Berry begint het carnaval op vrijdagsmiddag met het doen van boodschappen met zijn moeder. Eerst naar de buren ‘Werkkledingmagazijn Wielinga’ om er een passend boerenkieletje te kopen, dan naar zaadhandel ‘Rebel’ op de hoek van de Jan van Lieshoutstraat – Ten Hagestraat voor de aanschaf van klompjes. Het petje en een boerendas, een diffuus stukje textiel samengehouden met een kartonnetje wordt ten slotte bij Vroom & Dreesman gekocht.

Over Jan Swinkels is in deze Haonepedia al heel wat geschreven. Als oprichter van d’Haone, weet Jan als geen ander een heel persoonlijke carnavals-entourage te creëren. Dat uit zich in de deelname aan de ‘Verrekes’ en de daarbij behorende uitbundige verkleedpartijen. Doorgaans viert Jan gemaskerd – en daardoor totaal onherkenbaar – carnaval met zijn vrienden. Om vervolgens op de laatste avond, tegen 24.00 uur zijn masker te laten vallen.

In 1984 wordt Jan benaderd door de Prinsenkeuzecommissie van de Federatie van Eindhovense Carnavalsverenigingen met de vraag of hij ‘Prins van het Lampegat’ wil worden. Jan laat de commissie weten geen belangstelling te hebben. Jammer voor het Eindhovens Dagblad dat later met stelligheid zal beweren dat Jan de nieuwe stadsprins zal zijn.

Van 1979 tot 1980 is Ed Creemers prins van het Lampegat. Ed is op dat moment zowel lid van d’Haone als lid van de Volders. Om vriend en vijand te sparen, wordt de rugzijde van zijn prinselijke cape een gecombineerd logo aangebracht. Half Haon, half Volder, kortom redelijk schizofreen met een glimlach!

Nic Ypenburg - geboren in 1943 te Amsterdam - groeit op in Vught. Via zijn ouders maakt hij kennis met het carnavalsfeest. Nic herinnert zich het ‘Bossche carnaval met zijn Bourgondische inslag.’ Met blauwe kiel en obligate witte wanten aan een touwtje, loopt hij twee jaar met carnaval achter een van de vele ‘Hoempapa-kapellen’.

Nic studeert in die jaren diergeneeskunde aan de Universiteit van Utrecht. In 1969 viert hij met zijn ouders vakantie in Rosas in Spanje, en daar op het strand ontmoet hij Anky Swinkels uit Best – de zus van Jan Swinkels. Anky is daar met een vriendin. De vonk slaat meteen over en van vakantieliefde, verkering, hun huwelijk in 1970, tot op de dag van vandaag, zijn Nic en Anky onafscheidelijk. Altijd samen te vinden op menig carnavalsfeest.

Geen Prins(es) (of toch?)

d’Haone hebben officieel nooit een eigen prins(es) carnaval gehad. Dat was eigenlijk al bij de oprichting in 1966 bepaald. Een prins(es) voor de gehele stad Eindhoven was immers al meer dan genoeg. En als lid van de Federatie van Eindhovense Carnavalsverenigingen (F.E.C.) heeft d’Haone die ene stadsprins(es) van het Lampegat altijd een buitengewoon warm hart toe gedragen. En mede daarom heeft d’Haone in de afgelopen decennia een groot aantal stadsprinsen (nog geen prinses!) voortgebracht.

Hoewel soms tegendraads en veelal antiprotocollair, zijn de leden van d’Haone erg enthousiast als blijkt dat in 1975 een van de oprichters van de vereniging zal aantreden als prins Achemure. Alphons Dassen is vanaf zijn 17e jaar lid van de Volders. Carnaval vieren is hem, zoals u reeds elders heeft kunnen lezen, met de paplepel ingegoten.

Eindhoven

In de loop der jaren kwamen d'Haone in verschillende gelegenheden bijeen. Voor een vergadering, voor een gezellige borrel, voor het houden van een sociëteitsavond en natuurlijk om er met veel vrienden en bekenden carnaval te vieren.

Op alle locaties hebben d’Haone een duidelijk eigen stempel gedrukt. Ze brachten als het ware hun ‘eigen omgeving’ mee. En als die er niet was, dan werd die gewoonweg gecreëerd. Feitelijk kon men stellen dat d’Haone vaak de desbetreffende horecagelegenheid ‘overnamen’.

Hoe een ambitie werkelijkheid wordt…

Zoals elders vermeld wilde d’Haone een straatcarnaval met kapellekes muziek. Deze doelstelling werd in de eerste jaren na de oprichting meer dan gerealiseerd. Dit blijkt overduidelijk uit de schier oneindige lijst van kapellekes en muziekskes die binnen de eigen gelederen ontstonden.

Veel muziekgezelschappen binnen d’Haone vinden hun oorsprong in de onstuimige groei van de vereniging. In het tweede jaar van bestaan, is het aantal leden gegroeid tot meer dan 150. Bij een dergelijke omvang wordt het heel moeilijk om ieder lid nog persoonlijk te kennen, of van ieder lid nog te weten in welke relatie deze staat tot de anderen.

D’n Urste, D'n Twidde en D’n Derde.

Het ontstaan van een dweilclubje, later uitgegroeid tot “Het Genootschap der Dweilers”.

Pagina 22 van 28