Als Philips in 1966 haar 75 jarig jubileum viert wordt de jonge Seth door Philips benaderd om de tekst te schrijven van de musical 'Houdoe Philipine'. Deze zal worden opgevoerd in de Philips Schouwburg.

De jubileum musical zal worden uitgevoerd door Philips employees, aangevuld met beroeps artiesten. Voor Seth is het een geweldige opdracht. Ter voorbereiding mag hij een jaar lang door heel Europa reizen op kosten van de 'Kumpenie'. Seth laat zich voor de musical inspireren door het motief van Faust die zijn ziel verkoopt aan de duivel. De musical is erg succesvol en er wordt maar liefst 20 keer opgevoerd. Van een van de voorstellingen wordt een plaatopname gemaakt met het Phonogram orkest.

Met de voorbereidingen van de musical komt de nuchtere Groninger Seth naar het - zoals hij het zelf beschrijft - mystieke Brabant. Hij kent er eigenlijk weinig mensen. Maar via de collega's van het theatergezelschap Proloog maakt hij kennis met Jan Swinkels. De weg naar Palermo voor de vele nachtelijke borreltjes en de Oude Vlek ligt open. Seth leert het Bourgondische leven pas echt goed kennen bij de familie Swinkels thuis.

In hun huis aan de Nieuwstraat in Best zal Seth zich meer dan eens te goed mogen doen aan omvangrijke maaltijden van wel vijf gangen. Seth die zulke overvloed niet gewend is, zal meer dan eens al na de tweede gang 'bewusteloos' afhaken. Seth wordt overigens volledig opgenomen in het gezin Swinkels.

Door de veelvuldige logeerpartijen in huize Swinkels, maakt Seth ook kennis met de opstart perikelen van d'Haone. Op verzoek van Jan schrijft Seth zijn Haonelied op een melodie van de Groningse Jazz muzikant Roelof Stalknecht. Voor zijn inspanningen ontvangt Seth de 'Zilveren Haon' en is hij daarmee de eerste Ere-Haon. Seth zal daar in alle nuchterheid bij opmerken: ‘In het Noorden denk je vijf liederen te moeten schrijven, om erelid te worden. Hier ben je dat al na een lied van vijf zinnen.’

Seth bewaart ook prettige herinneringen aan café ‘Tante Riek’ in Waalre. Riek, tamelijk gezet en in de echt verbonden met de magere Driek, runt een oud etablissement waar de eerste Haone graag op bezoek komen, vooral op de zondag middagen. Aan de straatzijde staat een bord met de tekst: ‘Waarom verder stappen; ons RIEK zal hier wel tappen’. En even verderop: ‘Dus leg eens aan en neem een halve haan’.

Uit de jukebox klinkt in die periode de hit: ‘Trouw niet voor je veertig bent’ van het Lowland Trio. Tante Riek maakte er een gewoonte van om de carnavalsfeesten in Limburgia bij te wonen in traditionele Brabantse klederdracht. Het doet Jan Swinkels goed, want enige jaren later zal hij aan de wieg staan van de traditionele Boerenbruiloft. Tante Riek wordt dan ook geëerd met een Ere-Haon.

Seth zal vele jaren terugkomen naar Brabant om er samen met d'Haone carnaval te vieren, maar ook en vooral, om er te genieten van het warme bad en de enorme hartelijkheid van de familie van Jan.

Als Seth, in haonekiel, in een tent staat op het Stadhuisplein te Eindhoven, wordt hem door een vrouw de vraag gesteld: ‘hedde gij 'ne boerderij?’. Seth reageert met de opmerking: ‘Zou die in brand staan, waarom dan?’.  ‘Nou, gij hee zun boerenkop!’ zal het veel betekende antwoord van de vrouw zijn, voor de bekende krullenbol.

In 1969 presenteert Seth Gaaikema zijn eerste programma op oudejaarsavond, 'Heer ik kom hier om te twijfelen'. Zijn doorbraak als cabaretier beleefde hij echter een jaar later, als hij met de oudejaarsconference ‘Tien Miljoen Geboden’ de tien geboden van Mozes toetst aan de maatschappij van de 70’er jaren. Hij was daarmee een van de weinigen die zich in die tijd waagde aan het politieke cabaret. Bij deze voorstelling in het Concertgebouw te Amsterdam zitten veel leden van d'Haone op de monumentale tribune.

Seth zal 10 jaar actief Haone lid zijn. En naar eigen zeggen, de mooiste jaren beleven, als zijn boezemvriend Jan Swinkels aantreedt als Stadsprins van Eindhoven.