1.2 Ontstaan van carnaval: de geschiedenis van het 'omkeringsritueel'

Carnaval of Vastenavond is vermoedelijk een zeer oud volksfeest, ook al is er geen doorlopende overdracht van tradities vast te stellen. Het gaat meer om overeenkomsten tussen verschillende feesten die voortdurend herleven.

Vasten avondVeel wetenschappers stellen dat carnaval pas ontstaan is met de opkomst van de termen carnaval en Vastenavond rond het jaar 1000 na Chr. Anderen vragen zich af of het in zijn oervorm niet om een feest gaat dat uiteindelijk teruggaat tot meer dan 2000 jaar voor Christus. Het zou daarbij gaan om een groot magisch of religieus spel waarin het sterven en herrijzen van de natuur aan het begin van het nieuwe jaar wordt nagebootst, in de hoop dat de lente weer zal aanbreken. Deze oorsprong is, ook door steeds andere toevoegingen en/of de opname in verschillende religies, moeilijk te achterhalen. In veel antieke beschavingen zijn echter wel elementen van dergelijke spellen / feesten terug te vinden. We beginnen daarom de historische beschouwing ver voor onze jaartelling.

 

 



1.2.1. Mesopotamië

MesopotamieIn Mesopotamië, de bakermat van onze beschaving, beschrijft omstreeks 2600 jaar voor Chr. de priesterkoning Goedea van Sirgoella het nieuwjaarsfeest. Hij vermeldt op kleitabellen die de tand des tijds hebben doorstaan, dat er niet gewerkt mocht worden, dat de slavin gelijk was aan haar meesteres en dat de slaaf naast zijn heer mocht lopen. De machtige en de eenvoudige man genieten evenveel achting. De aanleiding tot deze rolomkering vormde het Zagmoek- of Sacaea-feest, waaraan tevens de tempelwijding was gekoppeld. Een prachtig versierd pronkschip op wielen (!) werd meegevoerd in de processie naar het heiligdom van de Babylonische god Mardoek.
Een nog veel gedetailleerder beschrijving geeft vele eeuwen later de Griekse historicus Berosus in zijn Babylonica (340-270 voor Christus). Hij spreekt over 5 dagen durende feesten. Ook tijdens deze dagen verwisselen meesters en slaven hun rollen: de bedienden delen de lakens uit. Kortom een omgekeerde wereld! Hij vermeldt voorts dat tijdens een optocht een man, Zoganes genaamd, werd meegevoerd. Deze was uitgedost in Koninklijke gewaden, maar bleek een misdadiger te zijn. Hij mocht gedurende deze dagen de rol van koning spelen, met alle geneugten van dien, de harem incluis. Op de voorlaatste dag van zijn heerschappij vond een huwelijk plaats tussen hem en een priesteres (denk hier aan de (mis) echtverbindingen tijdens de boerenbruiloften) die de rol van godin Istar vertolkte. Op de laatste dag werd hem de Koninklijke mantel uitgetrokken. Hij kreeg zweepslagen en werd tenslotte terechtgesteld.
De oergedachte die hieraan ten grondslag ligt, is dat de godheid aan het eind van het jaar moet sterven voor de zonden van het volk, opdat het volk het nieuwe jaar met een schone lei zou beginnen. Een soort zuiveringsritueel dus. Koningen zijn echter graag zuinig op zichzelf. Onze verre voorvaderen hadden daarom een oplossing gevonden voor dit terechtstellingprobleem. Zij schakelden een plaatsvervangend of substituut-koning, ook wel Sarpoechi genoemd, in (vergelijkbaar met een prins carnaval dus). Deze kon dan, zonder een gevaar te zijn voor het echte koningshuis, na korte tijd om het leven gebracht worden.

1.2.2. Egypte

Carnaval in ancient EgyptUit het oude Egypte is de legende van Keb en Nut overgeleverd. Deze legende stelt dat op zekere dag Keb, de aardgod, de vrouw van de machtige zonnegod Ra verleidde. Ra vervloekte haar en sprak: ”Geen dag in het jaar zult gij nog kinderen baren”. Maar, de slimme god Toth vond er iets op. Hij versloeg tijdens het damspel de maangodin en bedong als beloning 1/70 deel van het jaar oftewel 5 dagen. Deze dagen voegde Toth toe aan het maanjaar van 360 dagen en voor deze 5 dagen gold de vloek van Ra niet. Nut baarde dan ook ten spoedigste 5 kinderen, onder wie Osiris en Isis. Deze 5 dagen aan het eind van het jaar werden door de Egyptenaren gezien als dagen waarop geen ernstige dingen ondernomen mochten worden.
Elk jaar tijdens het grote lentefeest, bij gelegenheid van de winterzonnewende (21 december), werd deze goddelijke passie herdacht en op voorgeschreven wijze nagebootst. Er werd een grote houten stier met een gouden zon tussen de horens op een schip met wielen over het land getrokken. Tevens vond een huwelijk plaats tussen Isis en Osiris. Omdat Osiris de leven verwekkende krachten symboliseerde, werden tijdens de optochten levensgrote fallussen meegedragen en schunnige liederen gezongen. Dat alles ter verhoging van de vruchtbaarheid.

1.2.3. Griekenland en het Romeinse Rijk

De processie van DionysosTussen de winterzonnewende (21 december) en de dag-en-nachtevening (21 maart) vonden allerlei losbandige feesten plaats. Zo trok een wagenschip (“Carrus Navalis”) met Dionysus (god van de wijn, geestdrift en vervoering) gevolgd door een optocht door de straten van de Griekse steden. Vanuit het schip werden vijgen, noten en versnaperingen naar de menigte geworpen.
Tijdens het uitgelaten en wilde Anthesteria feest (het woord komt van bloem, hetgeen op zich al wijst op de naderende lente) vond de echtverbintenis plaats tussen Dionysus en Ariadne (een aardse koningsdochter). De laatste dag van het feest was gewijd aan de zielen van de overlevenden, die tijdens deze dagen uit hun onderaardse verblijven te voorschijn kwamen om slechte daden van het afgelopen jaar te bestraffen. Met allerlei gaven, probeerde men de boze geesten, uitgebeeld door allerlei gemaskerde lieden, mild te stemmen.

In het oude Rome kende men in dezelfde periode een reeks feesten, waarvan het feest van de zaaigod Saturnus het bekendste is. De zogenaamde saturnalia waren oorspronkelijk lente- en dus nieuwjaarsfeesten. Tijdens de 7 dagen van de Saturnalia genoten de slaven grote vrijheden en was - ook in Rome - sprake van een rolomkering. De slaven oefenden kritiek uit op hun meesters en hielden dezen voor de gek. De mensen kostumeerden en maskerden zich. En... natuurlijk werd er een schijnkoning (Prins carnaval) gekozen. Hoe het deze verging zal inmiddels wel duidelijk zijn. In het jaar 303 viel hierbij de keuze op de soldaat Dasius in de Romeinse legerplaats Durostorum in Moësie. Deze was echter Christen. Hij weigerde deze heidense rol, die moest eindigen met een rituele zelfdoding op het altaar van Saturnus, te spelen. Hij heeft deze weigering met de dood moeten bekopen. Als de heilige Dasius ging hij de kerkgeschiedenis in.

1.2.4. Germanen en Kelten

Schip Kelten en GermanenDe Germanen / Teutonen vierden in het Julfeest de geboorte van de zon. Centraal stond daarin de vruchtbaarheidsgodin Nerthus. Het beeld van de god Frey werd op een schip op wielen (jazeker alwéér, later de ‘blauwe schuit’ genoemd) begeleid door een vrolijke stoet personen in diervermomming, en mannen gehuld in vrouwenkleding. Aan boord van het schip vond het huwelijk plaats tussen de god Frey en een priesteres. Hun onderdanen bootsten dit huwelijk als het ware via losbandige riten na. Ze probeerden hierdoor de goden tot deze huwelijkssluiting uit te nodigen. Bij de Kelten ging het al net zo, en wel ter gelegenheid van hun Samhein-feest. In het kader van deze feesten liet men wel brandende wielen van de berghelling rollen. Men probeerde zo symbolisch de zon in de akker te begraven en aldus de vruchtbaarheid veilig te stellen.


Om het lezen te vergemakkelijken zijn onderaan de artikelen vier links toegevoegd waarmee achtereenvolgens van links naar rechts, naar het eerste, het vorige, het volgende en laatste artikel gesprongen kan worden.

<< eerste artikel < vorige artikel volgende artikel > laatste artikel >>

 

Lees 34092 keer Laatst aangepast op maandag, 17 april 2017 09:54