Eindhoven is hier een goed voorbeeld van. Heel vroeger gold voor Katholieke streken trouwens hetzelfde. Daar week men voor de hoofdmanifestatie, de optocht, uit naar de volgende dag, de maandag. Vandaar dat in de oude ”Hochburgen” de “Rosenmontag” de spil van het feest vormt. Ondanks alle verschillen kan men toch een aantal vaste ”scharnierelementen” onderscheiden: zaterdag of zondag wordt gestart met een start- of openingsritueel, al of niet gekoppeld aan de officiële overdracht van de macht van de burgemeester aan de Prins, vaak gesymboliseerd door de overdracht van de stadssleutel. Tijdens carnaval wordt symbolisch de macht in handen van een narrenheerser gelegd.



Op veel plaatsen zijn er op zondag carnavalsmissen waar ook de Prins en zijn gevolg aan deelnemen. De optochten, vaak op maandag, vormen een ander belangrijk moment waarvoor veel mensen naar de binnenstad trekken, ook als zij verder geen carnaval vieren. Het geheel wordt afgesloten met een afsluitingsritueel op dinsdag, waarbij afscheid wordt genomen van de carnavalsperiode. In Eindhoven was en is gebruikelijk om na de carnavalsmis in optocht naar de tent op de stadse Markt te trekken en daar in gezamenlijkheid te brunchen, waarna de carnavalsgezelschappen ieder voor zich op kroegentocht gaan, en vooral naar het Stratumseind.

Om het lezen te vergemakkelijken zijn onderaan de artikelen vier links toegevoegd waarmee achtereenvolgens van links naar rechts, naar het eerste, het vorige, het volgende en laatste artikel gesprongen kan worden.